Filter

Componeren met 5 en 6

In deze les componeer je zelf een muziekstuk. We beginnen met een ritmisch spelletje dat je met de hele klas kunt oefenen. Oefen eerst met elkaar de eerste versie. Als dat lukt kunnen jullie doorgaan naar versie 3: heen en weer. Misschien lukt het al in canon?

Lukt het om allemaal tegelijk te zijn? Dan kun je nu door met de volgende opdracht. Je kunt het thuis doen met een pollepel en een soeplepel, maar met twee pennen lukt het ook:

Heb je het onder de knie? Dan kun je nu door met de volgende opdracht. Hierbij heb je een pen nodig.

Doe het nu mee op het lied van Dua Lipa:

Welke opdracht vond jij het leukst? Doe ‘m nog een keer. Heb je inspiratie? Bedenk dan een variatie op Sevens (het eerste filmpje), een eigen ritme met pen of een tafelritme.

Kun jij een manier vinden om jouw bedachte muziekstuk op te schrijven? Muziek schrijf je niet op met woorden, maar met noten of andere symbolen. Je kunt muziek bijvoorbeeld opschrijven met streepjes, rondjes of stippen. Een grote stip is bijvoorbeeld een harde klank en een kleine stip een zachte klank. Met lijnen kun je laten zien of een toon lang of kort klinkt. De penritmes kun je met cijfers opschrijven.