Herfstles
Dit is een muziekles voor groep 5 en 6, ontwikkeld voor RKBS Adwaita in Deventer.
Doe de volgende oefening voordat je met de kinderen gaat zingen, studeer daarna het lied De Herfst in. Tot slot een meespeelpartituur voor ritme instrumenten (of bodypercussie/beweging).
Sta als een cowboy in het wilde westen, die klaar is om zijn tegenstander neer te schieten. Hoe sta je? Je voeten zijn een flink eind uit elkaar, je voelt dat je bovenbenen actief aangespannen zijn. Je handen hangen losjes langs je lijf, klaar om de revolvers te pakken. Je schouders en bovenlichaam zijn ontspannen zodat je snel kunt reageren. Zet nu je voeten iets dichter bij elkaar en je knieën iets minder gebogen. Zo sta je precies goed!
Probeer het lied zo vaak mogelijk in zijn geheel te laten horen voordat de kinderen mee mogen doen. Dit maakt dat ze de melodie en woorden zonder fouten instuderen. Om het lied te begrijpen en de focus bij het lied te houden kun je elke keer dat je het lied zingt een nieuwe luistervraag stellen zoals:
- Waar gaat het lied over?
- Hoe vaak wordt het woord herfst gezongen?
- Uit hoeveel zinnen bestaat het lied?
- Wat is de sfeer/emotie van het lied?
Je kunt ook luisteropdrachten geven zoals:
- Ga staan als je het woord herfst hoort
- Klap in je handen na het woord ‘kleuren’
Deel ritme instrument uit voor de meespeelvideo. Je kunt ook kiezen om het speelstuk uit te voeren met bodypercussie of bewegingen:
De percussievideo’s van Musication bieden een makkelijke manier om leerlingen een speelstuk aan te leren. Laat het muziekstuk eerst een keer horen. Bekijk samen met de leerlingen welke notenwaarden voorkomen. In de eerste seconden van de video zie je legenda’s waarin dit uitgelegd staat.
Als de leerlingen het muziekstuk een keer hebben gehoord kun je ze de tweede keer vragen de rode stippen mee te klappen. Het is belangrijk dat ze niet alleen op het beeld reageren door op het goede moment met hun klappen, maar ook goed luisteren hoe het verloop van de muziek is.
Deel daarna vier verschillende instrumentsoorten uit aan alle kinderen. Zorg dat iedereen weet wanneer ze aan de beurt zijn. Oefen het muziekstuk. Vraag de kinderen niet te praten en elkaar niet te helpen, maar zelf goed op te letten wanneer ze moeten spelen; als je praat, ben je te laat.